Gehuld in z'n geheimzinnige kleren, de bekende kap die een groot deel van zijn gezicht verborg, wandelde Connor zo stilletjes als mogelijk over het pad. Het pad dat eigenlijk richting het bos zou gaan, maar hij liep er juist uit, op weg naar het grote open veld. Vandaag was een dag dat hij helemaal geen klap wou uitvoeren. Hij wou gewoon eens genieten van de mooie, nog rustige, herfstdag en tussendoor zijn gedachten eens op een rijtje kon zetten. De laatste tijd was er van alles gebeurd en dat had hem van zijn werkelijke doel afgehouden: oorlog voeren. Het werd tijd dat die draken en vogels wisten wie hier werkelijk de baas waren. Ja, Connor moest toegeven dat die wezens krachtiger waren vergeleken zijn mensen, maar daarin tegen hadden de Peregrin weer extra middelen om een overwinning waar te maken. Magie, wapens. Een stevige windvlaag liet zijn mantel even wapperen. Hmm... Hij versnelde zijn pas, net niet in een looppas, en richtte zijn blik op de lucht. Iets of iemand was hier onuitgenodigd, tenminste dat was wat zijn gevoel hem vertelde. Met samengeknepen ogen speurde hij de lucht af, hielt hij zelf doodstil zodat hij beter kon luisteren. Schijnbaar werd dit niet de rustdag die Connor graag had gewild. En die vermoeden werd bevestigd zodra er een groot gevaarte aan kwam. 'Vuilnis,' gromde Connor zachtjes terwijl hij naar de draak keek.
|| Eclair